Geduld is het motto. Zeker in het begin zullen schuwe katjes wegkruipen en niet gauw eten in het bijzijn van mensen. Ineke: “Per dag geef ik 3 à 4 keer een héél klein beetje voer, zodat het katje trek houdt en iedere keer graag komt eten. Op een gegeven moment gaat hij ook eten terwijl je nog bij de kooi staat. Bij de volgende stap houd ik mijn hand naast het voerbakje zodat het katje mijn geur leert kennen. Als hij dan durft te eten, kun je na enkele dagen proberen hem voorzichtig te aaien tijdens een maaltijd.”
Na verloop van tijd pikt het katje zijn dagelijkse routine op. Hij gaat spelen, scherpt zijn nageltjes, begint zich te wassen en vraagt zelfs aandacht door te miauwen. Ineke: “Dan weet je dat het vertrouwen is gewonnen. Het mooiste is als het katje ineens een kopje geeft en spontaan begint te spinnen. Zo’n moment doet je wat, bij ieder katje weer, vooral omdat je weet hoe schuw het katje in het begin was.”
Enkele vrijwilligers zijn gespecialiseerd in het opvangen van zieke katjes of moederloze kittens. Het is intensief werk, ook vaak in de nachtelijke uren. Kittens moeten om de paar uur geflest worden en sommige katjes hebben intensieve zorg nodig. Er is veel geduld en doorzettingsvermogen nodig, maar als een katje opknapt en verder het socialisatietraject in kan, geeft dat veel voldoening.